In heel veel landen zijn er nationale feestdagen die gekenmerkt worden door grote parades. In Frankrijk op 14 juli, in Engeland als de Koningin het vaandel van de troepen monstert, in België op de Koningsdag. In Duitsland was dat ooit ook wel, maar na de Tweede Wereldoorlog is de grootste feestdag nu het Oktoberfest in München, uit heel Duitsland komen identiek geklede Duitsers naar München om daar in een grote parade te marcheren, ze noemen dat een klederdracht optocht. Ook van Spanje en Italië kun je vergelijkbare militaire parades zien. In Nederland hebben we dat niet. Onze veteranendag in Nederland is absoluut geen nationaal gebeuren. Het haalt niet bij de poppy Sunday in Engeland. De grote Nationale Feestdag in Nederland is Koninginnedag. Op die dag schaft het volk alle lastige regels af. Geen controle op producten, geen vestigingseisen voor wie wil verkopen, geen minimumprijzen, geen klachtenregelingen of consumentenbescherming. Iedereen handelt waar het hem of haar uitkomt. Muziek maken op straat is aan geen enkele regel gebonden. En uniforme kleding wordt verafschuwd, het hele volk streeft naar een zo individueel mogelijke uitdossing, de meest originele wordt het meest bewonderd. Een dag zonder regels. Maar een samenleving kan niet echt zonder regels en dat wordt op die dag dan ook duidelijk. Een aantal jaren geleden kreeg een groot deel van het volk buikloop van bedorven hamburgers, ze hadden te lang in de zon gelegen. Sinds die tijd ligt de verkoop van zelfgemaakt voedsel aan banden, dat snappen we. Dit jaar werd de treinenloop verstoord doordat mensen aan de noodrem trokken. Dat trekken aan de noodrem kan alleen ongestraft op Koninginnedag. Maar iedereen weet direct dat je dat nooit meer moet doen en waarom niet. Iedereen snapt ook dat zo’n dag alleen kan slagen als je je agressie wat weet te beheersen. De peadagoog Langeveld heeft in de vorige eeuw eens gezegd dat straffen direct verband moeten houden met het gepleegde delict. Misschien moeten we dat ook van Koninginnedag leren. Het blijkt effectief. In de Middeleeuwen werd het carnaval als heilzaam gezien voor de geordende samenleving. Als je drie dagen lang de maatschappelijke verhoudingen omkeert en de regels afschaft, de grootste dwaas de baas laat spelen, dan snapt het volk de rest van het jaar waarom de bestaande orde zo nuttig is. Het gevaar is natuurlijk dat het ook zo werkt bij onze Koninginnedag, we halen de sprookjeskoningin van stal met een zwerm prinsen en prinsessen en schaffen verder alle regels af. Hoe nuttig blijkt het dan dat er ambtenaren zijn die schoonmaken en opruimen, dat er politie is die de orde handhaaft en veiligheid garandeert, dat er wetten zijn en een volksvertegenwoordiging die wetten maakt. Oranje is de kleur van anarchisme maar alleen om ons te leren hoe geordend een samenleving hoort te zijn.