Het nieuwe werken
De gouden regel in alle godsdiensten is dat je een ander niet moet aandoen wat jij niet wilt dat jou aangedaan wordt. Die regel klinkt zo eenvoudig maar inmiddels zijn er al een aantal dikke boeken over geschreven en tientallen discussies over gevoerd. Vanmiddag wil ik eens kijken hoe je die gouden regel kan toepassen op het nieuwe werken. Wat dat nieuwe werken is is niet helemaal duidelijk. Voor een deel lijkt het thuiswerken te zijn, soms ook buiten het kantoor of de fabriek op een plaats die voor de werkgever beter uitkomt en in elk geval is het nieuwe werken flexibeler qua inzet door de werkgever en qua inzetbaarheid voor de werknemer. Er wordt juichend over gesproken. Vanuit de milieubeweging klinkt gejuich omdat er minder woon werk verkeer is en dus minder energiegebruik en minder vervuiling. Moderne Liberalen juichen omdat het meer individuele vrijheid geeft, je kunt immers zelf je werktijden indelen en je kunt tijdens de huidige werktijden andere dingen doen als je tijdens de huidige vrije tijd maar werkt. Werkgevers juichen omdat ze minder hoeven investeren in dure kantoorgebouwen en werknemers langer en vaker doorwerken. Maar moet al dat gejuich over het nieuwe werken eenvoudige werknemers niet een beetje wantrouwend maken. Want het is mooi dat je je eigen werktijd zou kunnen indelen maar je moet toch ook bereikbaar zijn voor je baas en je collega’s? En als je dan moet aangeven wanneer je wel en niet bereikbaar bent voor je werk geef je dan ook niet een inzicht in je privé leven dat je eigenlijk helemaal niet wil geven? En roep je niet een controle over je af die je al helemaal niet wil? Er zijn al wel eens bedrijven betrapt op het controleren van de gezondheid van hun werknemers tot een graad die onwenselijk werd, de baas wist eerder dat een werkneemster zwanger was dan zij zelf. We weten dat we allemaal gemakkelijk oordelen over een ander, we weten ook dat oordelen over een ander verkeerd is, maar toch. Ik moet altijd denken aan die ochtend in militaire dienst toen ik met de dokter op stap was. Hij wilde ook nog even een patient thuis bezoeken en ik mocht mee. Toen we de straat in reden waar we moesten zijn zagen we een man zijn voortuin om staan te spitten. De dokter begon direct te vloeken, hoe haalde die man het in zijn hoofd. Wat denken we nu? Iemand die zich ten onrechte ziek had gemeld? Niet dus. De dokter stapte uit en vloekte de betrokken militair uit. Hoe hij het in zijn hoofd haalde met zijn levensbedreigende hartkwaal zwaar lichamelijk werk te gaan doen, hij zou ter plekke dood neer kunnen vallen. Het speelde zich meer dan 40 jaar geleden af en de medische wetenschap was nog lang niet zo ver als tegenwoordig, maar met oordelen ben ik sinds die tijd zeer voorzichtig. Maar ik ben daarin wel een uitzondering. Controle op ons priveleven, verantwoording afleggen over wat we doen is het eerste dat nodig is om het nieuwe werken mogelijk te maken. Het tweede is het verlies aan sociale contacten. We weten dat van vrouwen, vroeger bleven ze thuis als ze gingen trouwen en voor kinderen zorgen, maar dat bevredigde en stimuleerde niet, de uitdaging van een baan of beroep, contacten met anderen op een ander niveau als de kinderen of een vermoeide en ontspannende echtgenoot waren gewenst. Ook gepensioneerden en gehandicapten hebben vergelijkbare problemen. En dan zou het heil nu moeten komen van thuis werken achter een niet pratende laptop of pc? Accountantskantoor Deloitte en Touche in Alkmaar opende een aantal jaren geleden vol trots een nieuw kantoor waarbij men meedeelde dat men maar voor de helft van het personeel een werkplek had gerealiseerd. Het eigenlijke werk zou buiten de deur of thuis gedaan moeten worden en alleen voor afronding en overleg zou men nog naar het kantoor hoeven te komen. Daar waren de werkplekken op ingericht, je nam gewoon een die vrij was. Toen ik na een paar jaar informeerde hoe het ging met de flexibele werkplekken merkte de directeur verbaasd op dat de werknemers toch vaker kwamen als hij gedacht had. Ze bleken nogal veel behoefte te hebben aan onderling overleg, aan uitwisseling van ervaringen, aan steun bij het vinden van oplossingen, er hadden zich groepjes gevormd die elkaar op kantoor ontmoeten los van de afronding en het formele werkoverleg, de werkgever had het aantal werkplekken daarvoor moeten vergroten en ook de parkeerplaats was eigenlijk te klein gebleken. Nu zijn er ook wel deeloplossingen. In Heerhugowaard staat een kantoor waar bedrijven uit de Randstad werkplekken kunnen huren om via dataverbindingen hun personeel dat in Noord Kennemerland woont daar te laten werken. Dat is dan beter dan naar Amsterdam of omgeving te laten reizen. Maar het personeelslid dat als enige van een bedrijf daar moest werken tussen collega’s van andere bedrijven meldde zich na verloop van tijd ziek, ze vond onvoldoende aansluiting en vereenzaamde. Een paar werknemers van een ander bedrijf kregen een conflict met hun werkgever omdat ze oplossingen hadden overgenomen van mensen van weer een ander bedrijf en daardoor de bedrijfsprocessen bij hun eigen bedrijf dreigden te verstoren. De milieuvoordelen, het flexibel werken, het zelf kunnen indelen van werktijden en werkzaamheden zijn dus niet vanzelf voordelen van het nieuwe werken als de werkgever er maar voor open zou staan en de werknemers het zouden aandurven. Werkgevers moeten leren hun werknemers als totale personen, met gezin, geschiedenis en toekomst, te zien, werknemers moeten leren de grenzen tussen werk en privé op nieuwe manieren te benoemen en te bewaken. En als beide dat kunnen dan kunnen ze samen de spelregels bepalen om samen op een nieuwe manier te gaan werken, maar vanzelf gaat het niet. Niemand van ons wil slaaf worden. We willen dus ook niet dat anderen slaaf worden. In de afgelopen ruim 100 jaar zijn we er aardig in geslaagd om ons leven als loonslaaf te scheiden van ons leven als vrij burger. Je moet je werk niet mee naar huis nemen is een gevleugeld woord geworden. De laatste groepen waarbij dat enigszins gelukt is zijn predikanten en huisartsen. Die hebben ook aparte regels nodig omdat hun werk vaak heel dicht bij hun huis ligt zo niet in hun huis plaatsvindt. Bij het nieuwe werken verplaatsen we werk van kantoor naar huis, we nemen dan dus juist het werk wel mee naar huis. Dat vraagt dus opnieuw goede afspraken om de scheiding tussen het leven als loonslaaf en het leven als vrije burger een kans te geven. Recent onderzoek naar de effecten van thuiswerken wees uit dat het merendeel van de mensen die thuiswerken inmiddels 60 uur per week of meer werken in plaats van de 36 uur waarvoor ze betaald worden. Zeven maal 24 uur staat de smartphone aan en zeven dagen per week word met vaste regelmaat de email geschequed om de wacht te houden. Ik zelf werk inmiddels niet meer. Een werkweek vol stress van 60 tot 80 uur in de week en een zware verslaving aan tabak eiste na 10 jaar zijn tol, mijn hart weigerde nog verder zich in te spannen. Een electrische hulpmotor houdt mij nu in leven en met behulp van veel rust kan ik het volhouden. Natuurlijk doe ik niet niks, mijn laptop thuis, mijn netbook bij de hand en mijn tablet in de hand maken dat ik kan lezen en studeren en dit soort verhalen schrijven. Maar ook daarin moet ik vaste uren van rust en activiteit hanteren. In het nieuwe werken kun je daar beter mee beginnen dan dat je er achteraf op een harde manier achter komt. En je moet zorgen voor zeer regelmatige contacten met mensen, een kerk kan daar bij helpen en zo’n aanloopcentrum als dit ook want een mens is nu eenmaal een kuddedier dat hoort in een volk waarin men alles voor elkaar over heeft, voor een mens betekent dat de hoogste vrijheid. In de Joods Christelijke traditie heeft die vrijheid van de slavernij al heel lang een heel concrete vorm. In de Joodse traditie is dat de Sabbath die in de Christelijke traditie is overgegaan in de Zondag. Dan werken we allemaal niet, allemaal omdat we duidelijk willen maken dat niemand slaaf van het werk behoort te zijn. Het is een uitwerking van de gulden regel waarmee ik ben begonnen. Als we elkaar geen slaaf van werk willen maken moeten we elkaar ook die ene dag in de week gunnen die we allemaal vrij zijn. In de Joodse traditie was nog een sterker ideaal. Daar was voorgeschreven dat 1 maal in de zeven jaar er een heel jaar niet gewerkt zou worden, het Sabbatsjaar. In de jaren 70 van de vorige eeuw hebben mensen geprobeerd dat ook in CAO’s opgenomen te krijgen, het recht om elke zeven jaar een extra verlof op te nemen. Het maatschappelijk antwoord was de invoering van het spaarloon. Dat spaarloon wordt nu opgeheven om de consumptie te bevorderen, want consumptie bevorderd werkgelegenheid en niet het vrij zijn maar het slaaf zijn van het werken is het huidige maatschappelijk ideaal. Alleen godsdiensten propageren nog het ideaal van de vrijheid, misschien dat daarom ook religies zo fanatiek worden bestreden.