Vorig jaar werd in Gouda een show opgevoerd die het lijdensverhaal van Jezus van Nazareth zou moeten verbeelden. Nergens was het bloed te zien, of het ruwhouten kruis waaraan hij was gehangen. Nee popsongs klonken er en door de straten van Gouda werd een reusachtig verlicht plastic kruis gesjouwd als amulet voor de welvarende samenleving die door het Christendom in Gouda zou zijn gebracht. Wie gewoon de verhalen in de Bijbel naleest, er staan minstens vier verschillende verhalen over het proces en kruisdood van Jezzus van Nazareth, kan lezen dat het spektakel in Gouda weinig tot niets te maken had met wat er ooit ovr het gebeuren in Jeruzalem werd verteld en opgeschreven. Dit jaar wordt de show in Rotterdam herhaald, met andere popartiesten en met meer publiek hoopt men dan. Dat is jammer. Want zeker in Rotterdam zou het lijdensverhaal en haar betekenis heel goed verbeeld kunnen worden. Een drager van het kruis met de doornenkroon die gevolgd wordt door een optocht van de slaven en onschuldige slachtoffers van onze dagen. Kinderen uit India geketend aan naaimachines om onze goedkope kleding te maken, Congolese slaven die de grondstoffen delven voor onze mobiele telefoons, Bulgaarse en Tsjechische meisjes die gedwongen worden te werken in onze seksindustrie, vreedzame protesterenden uit Holms die door hun eigen regering beschoten worden, gewetensgevangenen uit China en tal van andere landen. Wie op een middag gaat brainstormen met organisaties als Amnesty, Oxfam-Novib, Solidaridad en Fair Trade kan zo een optocht samenstellen van onschuldige slachtoffers van geweld en onderdrukking die mede onze welvarende samenleving in stand moeten houden. Het verhaal van de Bijbel is dat de kruisdood vaan Jezus van Nazareth die slachtoffers kan bevrijden. Ze zijn geen slachtoffer van natuurrampen of natuurwetten maar slachtoffer van ons verlangen naar brood en spelen, goedkoop brood en eindeloze spelen als de Passion. Hopelijk bekeren de organisatoren van de Passion zich nog op tijd en gaan ze het Bijbelverhaal naar onze tijd brengen in plaats van de zouteloze spelen waar het publiek om vraagt.
2 maart 2012
4 oktober 2011
25 september 2011
Angst voor de vrijheid
Angst voor de vrijheid
In de Bijbel staat wel 48 keer de oproep om niet bang, niet bevreesd te zijn. Nu wil ik geen theologische verhandeling houden maar het is natuurlijk wel vreemd dat eeuwenlang het Christelijk geloof werd verkondigd als remedie tegen de angst voor de hel, voor een negatief oordeel over je menselijk handelen, angst voor de schuld die je zou opbouwen als nietig mens. Dat terwijl iemand als Paulus het herhaaldelijk heeft over de vrijheid die het geloof in Jezus van Nazareth zou brengen. Wat voor ons belangrijker is is de angst die ons in de huidige samenleving wordt aangepraat. Van angst voor hangjongeren in winkelcentra tot angst voor moslims die op vrijdag naar de moskee gaan. Waar komt die behoefte aan angst toch vandaan? De Duitse sociaal psycholoog Erich Fromm noemde het de angst voor de vrijheid. Mensen die niets te verliezen hebben zijn niet bang. Mensen die zich wel een verlies kunnen veroorloven zijn ook niet bang. Maar daartussen zit een grote massa die net wat heeft verworven aan goederen, onderwijs en status en voor wie het verlies daarvan een groot verlies zou kunnen betekenen. Die mens vindt zich vaak eigenlijk te zwak en onbeduidend om de bijkomende verantwoordelijkheden ook te dragen. De vrijheid die de mens krijgt, zo stelt Fromm, is aantrekkelijk maar tegelijk ook bedreigend. De keuzes die men in vrijheid moet maken leveren ook een risico op, men kan immers ook de verkeerde keuzes maken waardoor verlies van het verworvene optreed. De angst wordt dragelijker als de oorzaak van de angst buiten jezelf wordt gelegd. Niet ik ben verantwoordelijk voor de bedreiging, omdat ik nu eenmaal verkeerde keuzes kan maken, maar de anderen, vooral anderen die anders doen en denken als ikzelf. Conformisme is het eerste resultaat van de angst voor de vrijheid. We moeten hetzelfde denken, hetzelfde geloven en ons vooral hetzelfde kleden. Maar de angst voor het eigen onvermogen uit zich ook in een vlucht naar autoritisme. Iemand die schijnbaar eenvoudig de externe oorzaken van angst onder woorden weet te brengen en zich sterker daartegen weet te verzetten als het individu zelf wordt aanbeden en gevolgd. Ook al ben je het niet op alle punten met de leider eens hij straalt zoveel beschermende kracht uit dat je hem toch maar volgt, zelf verantwoordelijkheid nemen is veel bedreigender. Het gevoel van onbeduidendheid en het sterke gevoel op te blijven gaan in een grote anonieme massa die door anderen bestuurd wordt kan ook leiden tot destructivisme, de neiging om alles maar kapot te maken. Bij de rellen in Engeland vroeg men zich af waarom ook schijnbaar gearriveerde en succesvolle jongeren zo enthousiast meededen aan vernielingen en plunderingen. Nu dat vernielen en plunderen geven je het gevoel absolute macht te hebben over de wereld waarin je leeft. Niemand kan meer tegen je op en er kan je niets gebeuren, je bent onaantastbaar. Dat gevoel van macht is een prima medicijn tegen de angst voor de vrijheid, de angst voor verkeerde keuzes en bedreigingen van buitenaf.
Volgens mijzelf moet je de angst voor de vrijheid zeer serieus nemen. De pedagoog Langeveld formuleerde het doel van de opvoeding eens als een brengen tot zelfverantwoordelijke zelfbepaling, zelf je eigen keuzes maken en daar zelf verantwoording voor nemen, worden wie je wilt zijn. In mijn werk als maatschappelijk werker heb ik heel vaak gemerkt dat niet de zelfbepaling leidend is in het gedrag maar dat wat anderen er van vinden, dat je dat af kunt wegen en eigen keuzes kan maken is eng. Misschien dat een beetje inzicht in de processen die leiden tot angst voor de vrijheid kunnen helpen, ook vandaag nog. Voor mij blijft Angst voor de vrijheid van Erich Fromm nog steeds een zeer inspirerend boek. Dat overigens veel meer biedt dan ik nu heb kunnen samenvatten.
29 mei 2011
Een avontuur met hulp
Dit verhaal is echt gebeurd. De hoofdpersoon woont in Alkmaar, ruim een half uur fietsen van de huisartsenpost. Ze is 34, gescheiden en heeft twee kinderen, 10 en 8. Op vrijdagavond had ze rond 6 uur haar hart uitgestort bij een hulpverlener. Die had haar aangehoord en naar huis laten gaan, veel anders had ze niet kunnen doen maar het liet de hulpvelener niet los. De hoofdpersoon had dringend medicijnen nodig en het duurde wel anderhalve week voordat die na een gesprek met een specialist verstrekt konden worden. Dat moest toch anders kunnen. De hulpverlener nam contact op met de crisisdienst van haar instelling.Die gaf haar gelijk en nam het besluit onze hoofdpersoon te helpen met advies, meer hadden ze niet maar het advies was zeer op z’n plaats. Ze belden haar rond 9 uur ’s avonds met het advies de huisartsenpost te bellen en te vragen om de medicijnen. Dat advies werd ter harte genomen en ze belde, rond half 10 had ze de post te pakken, Die hoorde het verhaal aan en beloofde dat ze binnen een uur gebeld zou worden door een arts Tegen 11 uur ’s avonds belde ze nog eens om te vragen waar het telefoontje bleef. Het was druk maar beloofd werd dat haar vraag als urgent aangemerkt zou worden. Om kwart over 11 belde ze nog eens en nu ging de telefoniste maar even naar de dokter toe. Die belde uiteindelijk tegen middernacht. De medicijnen kon ze krijgen als ze bereid was naar de noodapotheek te fietsen die naast de huisartsenpost was. Midden in de nacht, een half uur heen en een half uur terug, dat leek haar te veel, de avond wachten en steeds uitleggen wat er aan de hand was werd haar ook te veel. Ze had medicijnen om haar te helpen in slaap te komen. Dus…. de volgende morgen besloot ze eerst een opvang voor de kinderen te regelen. Dat lukte uiteindelijk bij haar ex, de vader van de kinderen, die bereid bleek de hele middag op de kinderen te passen. Hij kwam ze om twee uur halen waarop opnieuw de huisartsenpost werd gebeld. En jawel, om kwart over twee werd beloofd dat ze binnen een uur zou worden teruggebeld. Om drie uur werd er inderdaad gebeld en de arts verklaarde zich bereid de medicijnen voor te schrijven, ze moest maar even langs komen. Rond half vier was ze bij de huisartsenpost. Het was druk dus moest ze maar even wachten. Toen ze eindelijk de arts sprak wilde deze toch eerst even overleg met een specialist, dus moest ze even wachten. Rond vijf uur kreeg ze een recept en kon ze naar de noodapotheek. Daar bleek……dat de medicijnen er niet waren, maar ze zouden rond bellen. Na een half uur kreeg ze de mededeling dat de medicijnen uit Heiloo gebracht zouden worden, maar dat kon wel een uurtje duren. Dus eerst maar naar huis om met de kinderen te eten, de buurvrouw uit te nodigen op de koffie voor de oppas en toen weer terug. Het was 9 uur ’s avonds, 24 uur na het telefonisch advies om vanwege de grote urgentie de huisarts te bellen, dat de medicijnen er eindelijk waren.
1 oktober 2010
Een wereldprimeur
De huidige tijd van het post modernisme wordt wel beschreven als een tijd van versplintring. Na de verzuiling van het modernisme is, via de flower power met solidariteit en democratisering en het daarop volgende ik tijdperk met de yuppen het postmodernisme met de versplintering echt doorgebroken. Iedereen bepaalt zijn of haar eigen geloof, stelt zelf een eigen krant samen met behulp van internet, stelt uit een groot aanbod aan TV programma’s en filmpjes een eigen TV aanbod samen en kan vaak als ZZP’er voor een groot aantal opdrachtgevers van huis uit werken. De moderne mens is op zichzelf teruggeworpen en een direct steunende en corrigerende omgeving ontbreekt. Die lijkt ook niet meer nodig. Taboes zijn doorbroken, informatie is voorhanden en de mens is verstandig en mondig genoeg om zelf beslissingen te nemen. Toch is er ook in de moderne tijd behoefte aan contact met gelijkgestemden. De oudste sociale netwerken zoals Smulweb kenden al hun contactdagen. De behoefte aan lotgenotencontact wordt door verschillende patientenverenigen zelfs vormgegeven via en met behulp van internet. Ook de ZZP’ers kennen hun seats2meet waar werken met behulp van internet gecombineerd kan worden met samenwerking met andere ZZP’ers die aanvullende kennus en ervaring hebben. Het sociale netwerk Twitter combineert een aantal van die functies. Er is een overvloed aan nieuws voorhanden waaruit je kunt kiezen. Je kunt je eigen nieuws kwijt en je kunt in contact komen met lotgenoten en gelijkgestemden, zelfs stadgenoten ontmoeten elkaar met behulp van Twitter. Twitter is daarmee bij uitstek een programma dat tegemoet komt aan de behoeftebevrediging van de moderne mens. Die moderne mens leeft niet zonder levensovertuiging. Dus is het ook niet zo vreemd dat mensen elkaar vinden op grond van hun behoefte aan inspiratie en het delen van een levensovertuiging. In de bijeenkomsten van SocialSundayNL wordt de werking van sociale netwerken op inspiratie in brede zin onderzocht. Mensen komen bijeen en vanuit die bijeenkomsten wordt ook via Twitter een sociaal netwerk opgebouwd dat inbreekt in en kennis neemt van de bijeenkomst. Maar inspiratie is nog geen levensbeschouwing of godsdienst. Dat is duidelijk een stap verder. En dat ook dat op de postmoderne manier kan werd bewezen in de eerste #Twitterdienst. De versplintering werd niet opgeheven. Iedere deelnemer nam een eigen overtuiging of godsdienst mee die konden worden gedeeld zonder vermengd te worden, van sycretisme was geen sprake. Verbindende factor was de stelling van Karen Amstrong dat in elke religie en levensbeschouwing de gulden regel van de compassie is terug te vinden. Op dat thema vonden mensen elkaar in een kennismaking van elkaars compassiepraktijk en de vraag hoe ook internet daarbij een rol speelt. Bijzonder was dat ook in deze bijeenkomst via Twitter kon worden ingebroken in de bijeenkomst en de bijeenkomst met buitenstaanders werd gedeeld. De Amsterdamse #Twitterdienst van 26 september 2010 was de eerste. Het thema bleek zich uitstekend te lenen voor een dergelijk bijeenkomst van individuen. De belangstelling van de media was groot, berichten verschenen uiteindelijk tot in Chili en Japan. Twitter speelde een grote rol. Een print van alle tweeds over #twitterdienst besloeg 140 wordpagina’s. Communicatie op afstand tussen mensen die verder gaat dan een brief staat nog aan het begin. Tussen enkele mensen is al veel mogelijk, tussen een gezelschap van 10 tallen, laat staan honderden, is technisch nog moeilijk, maar er kan veel is gebleken. Aan de VU wordt de invloed van netwerken op religieus beleven onderzocht en worden de mogelijkheden in kaart gebracht. Het is te hopen dat de ervaringen van #twitterdienst bijdragen aan de resultaten van het onderzoek en dat nieuwe vormen hun plaats vinden in de wereldgemeenschap. In #Twitterdienst was er geen voorganger die de inhoud bepaalde, het Charter voor Compassie staat op internet en werd samen gelezen. Er werd een boek besproken, de Catechismus van de Compassie, maar het delen van eigen ervaringen en praktijk vormde de hoofdmoot. Veel aanwezigen vonden het voor herhaling vatbaar en mensen die het via internet volgden maakten plannen voor een #twitterdienst in eigen omgeving. Uiteindelijk bevordert intermenselijk contact de vrede en dat bevorderen was een aspect van compassie.
2 augustus 2010
FESTUS: EEN ALLEGAARTJE VOOR PROTESTANTEN.
Binnen de Protestantse Kerk Nederland leefde het gevoel dat men de laatste jaren wel erg naar binnen heeft gekeken. De fusie tussen drie gevestigde kerkgenootschappen koste veel energie en over en weer moesten er voortdurend misverstanden uit de weg geruimd worden en over tal van onderwerpen gemeenschappelijke uitgangspunten worden geformuleerd. Dat ging ten koste van de blik naar buiten. Het bezinningscentrum van de PKN probeert nu samen met de Stichting Kerk en Wereld verandering in te brengen. Met het tijdschrift Festus wil men een bijdrage leveren aan de publieke debat. En het eerste nummer gaat gelijk al over een actueel maatschappelijk thema: Geluk. In 13 artikelen, 5 gedichten en een beeldessay wordt het thema belicht. Pas aan het einde van het tijdschrift komt ook nog de Bijbel aan het woord met een vertaling van Mattheüs 5:3-10, het hoofdstuk van wat we vroeger de Zaligsprekingen noemden maar waar nu mensen gelukkig geprezen worden. De artikelen komen overal vandaan, van binnen en van buiten de kerk en van allerlei stromingen binnen de PKN. Welke bijdrage nu waarom aan welke maatschappelijke discussie wordt geleverd is niet echt duidelijk. Het belgeidende redactionrele commentaar heeft dan ook terecht de titel Kortsluiting gekregen. Wie kennis wil nemen van een aantal opvattingen over Geluk die in protestantse kring soms relevant gevonden worden kan zeker met plezier dit tijdschrift lezen. Maar voor een serieuze bijdrage aan een maatschappelijk debat is het te hopen dat de PKN komt met bijdragen die meer hout snijden.
Het blad is te bestellen bij het Boekencentrum.
22 juni 2010
Over een “Authentiek” reisverslag
Een recensie van Authentiek door Boele P.Ytsma
Sinds de Tweede Wereldoorlog lopen de kerken leeg. Even leek het er op dat Evangelische en charismatische bewegingen nog een tegewicht zouden kunnen bieden maar ook daar is de uittocht op gang gekomen. Basisgroepen en kritische gemeenten heten daar Emerging Churches. Boele P.Ytsma is een Nederlandse theoloog die het proces van secularisatie vanuit Evangelisch perspectief heeft beschreven. Zelf geschoold aan de Evangelische Hogeschool en de Vrije Universiteit, grootgebracht in de idealistische wereld van het Friese Gereformeerd Synodale milieu werden hem de afgelopen jaren de zekerheden van het onbetwistbaar geloof één voor één uit handen geslagen. Hij beschreef dat proces in zijn eerste boek “Van de kaart”. Maar wat als je alle zekerheden over geloof en leven kwijt bent, als het hechte anker je uit handen is geslagen, de vaste rots onvruchtbaar bleek. Vele kerkverlaters weten dat het geloof na de kerk niet opgehouden hoeft te zijn. Nederland lijkt, ondanks de lege kerken, nog nooit zo religieus te zijn. De New Age beweging heeft een keur aan religieuze mogelijkheden gebracht en overal bloeien de therapieën, retraites, groeigroepen en cursussen in nieuwe religieuze vormen. Iedereen kan tegenwoordig zijn eigen religie scheppen waarin ook voor Christelijke noties plaats kan zijn. Het menselijk leven heeft toch meer betekenis dan geboren worden om te sterven. Het proces van secularisatie heeft Boele P.Ytsma in één klap midden in de postmoderne maatschappij van de 21ste eeuw gezet. Compleet met internet 2.0 en alle sociale netwerken die daar voor moderne volwassenen bij horen. In de Hebreeuwse Bijbel werd de uittocht uit het land van de stenen religie, van de vaste riten en de vele godenbeelden, nog beschreven als een reis door de woestijn. De theoloog Niek Schuman wees er eind jaren 70 van de vorige eeuw al op dat de woestijn ook de plek kan zijn waar je weer kunt spelen in het zand, nieuwe vormen en nieuwe taal kunt ontdekken. Voor Boele P. Ytsma werd de reis buiten de gevestigde kerken een reis door een tuin, een reis ook door nieuw ontgonnen land. En die reis beschrijft hij in zijn boek Authentiek. Mensen die al langer geleden de vaste waarden van gevestigde opvattingen hebben losgelaten zullen veeel herkennen van die reis en de ontdekkingen die het mee brengt, anderen zullen verbaasd zijn over wat er allemaal aan waardevols te ontdekken is buiten de dikke muren van gesloten kerkgemeenschappen. Boele P. Ytsma heeft een meeslepend boek geschreven dat zich zeker als diepzinnige reisliteratuur laat lezen. Het boek zet het postmodernisme theologisch op de kaart en schetst nieuwe wegen voor gelovigen. Natuurlijk ontbreken er zaken. Als de vaste gesloten kerkgemeenschap verlaten is gaat het weer over de wereld, de betekenis van dat nieuwe zoekende geloof voor de samenleving wordt nog niet beschreven, de politieke dimensie die in basisgroepen en kritische gemeenten aanwezig is ontbreekt nog, maar wellicht is dat iets voor een volgend boek, per slot van rekening is de auteur nog maar net begonnen met de verkenning van ecologie en duurzaamheid. Hier klinkt een Authentiek appel om de vaste gesloten wereld van geloofszekerheden te verlaten en uit te trekken naar onbekende oorden waar je jezelf kunt zijn en tot wezenlijke ontmoetingen met anderen kunt komen en misschien wel tot een directere ontmoeting met die God waarover zoveel te doen is geweest. Op een heel geraffineerde wijze wordt overigens ook een gender specifiek taalgebruik vermeden, een vondst die navolging verdient. Ik heb dit boek in elk geval met veel plezier gelezen als tochtgenoot op het pionierspad van Boele P.Ytsma.
Boele P. Ytsma “Authentiek” , Lelystad 2010, uitgeverij Meinema, ISBN 978 90 211 4265 4 Het boek kost € 16,– en is ook als ebook te koop voor € 10,– , zie hiervoor de website http://www.boekencentrum.nl
21 juni 2010
18 juni 2010
Een kruisje op de revers
Op de grijze of zwarte pakken van zichzelf belangrijke mensen zie je vaak een klein wieletje. Het valt niet echt op enb mensen vragen zich soms af waar die gewoonte vandaan komt. Het is het lidmaatschapsteken van de Rotary, een gerespecteerde serviceclub die tot doel heeft goeds voor de samenleving te betekenen en waar mensen uit allerlei beroepen en bedrijven elkaar kunnen steunen. Daar onderhoud je je netwerk. Daar wordt soms voorkomen dat buitenstaanders in een dergelijk netwerk kunnen mengen. Naast goede zijn er ook verkeerde kanten aan. Maar er zijn ook andere onderscheidingstekens. Zo lopen pastoors en priesters nogal eens met een kruisje op hun revers. Je kunt die mensen altijd aanspreken als je geestelijke bijstand nodig hebt. Protestanten lopen nog wel eens met een zogenaamd Hugenotenkruis op hun revers of zelfs op hun stropdas, het is een rijkversierd kruis met een vogeltje er onder hangend. Het is het teken dat ze protestant zijn. In Evangelische kringen lopen veel mannen met een gestileerd visje op hun revers als teken dat ze christen zijn. Dat teken werd in de Romeinse tijd nog al eens door Christenen als herkenningsteken gebruikt. Mensen willen zich onderscheiden en voor anderen herkenbaar zijn. Veel mensen willen er ook geen geheim van maken dat ze ergens bij horen. Het is daarom vreemd dat er ophef ontstond toen de fractie van de ChristenUnie met een kruisje op de kleding in de Tweede Kamer verscheen tijdens de beëdiging. Een scheiding tussen kerk en staat wordt doorbroken klonk het ineens. maar de Kamerleden van de ChristenUnie vertegenwoordigen geen kerk, ze zijn lid van verschillende kerkgenootschappen maar geen van allen voorganger in een kerkgenootschap. Het kruisje geeft dus niet meer aan dan hun overtuiging. Vanwaar dan die ophef? Er is een kleine groep vaan fanatieke fundamentalistische atheïsten die alleen hun particuliere levensovertuiging willen laten gelden in de samenleving. Als mensen stiekem achter hun voordeur iets anders willen geloven dan het fundamentalistisch atheïsme is dat dom maar niet te vermijden maar als mensen buiten de voordeur komen moeten ze ophouden met geloven waar dan ook in en zich alleen maar fundamentalistisch atheïstisch uiten. Voor mensen die niet fundamentalistisch atheïstisch zijn is deze houding zeer bedreigend. Het opleggen van een eigen overtuiging aan anderen is weinig tolerant en al helemaal niet democratisch. De discussie is door de fundamentalistische atheïsten begonnen bij de hoofddoekjes. Er van uit gaande dat alle vrouwen net zo denken als zij maakten ze de hoofddoekjes tot masculine dwangmiddelen die verboden zouden moeten worden. Dat die dwang verboden moet worden is juist maar dat alle moslima’s denken als fundamentalistische atheïsten is onjuist. Maar na de hoofddoekjes zullen ook de kruisjes komen en je kunt er op wachten dat ook de wieltjes van de Rotary ooit verboden zullen worden. Dan is de samenleving zonder opvattingen, durft niemand zich meer origineel te uiten en komen we dus tot een stilstand. De fundamentalisten zijn dan nog de enigen die weten waar ze aan toe zijn.
1 mei 2010
Oranje is de kleur van het anarchisme
In heel veel landen zijn er nationale feestdagen die gekenmerkt worden door grote parades. In Frankrijk op 14 juli, in Engeland als de Koningin het vaandel van de troepen monstert, in België op de Koningsdag. In Duitsland was dat ooit ook wel, maar na de Tweede Wereldoorlog is de grootste feestdag nu het Oktoberfest in München, uit heel Duitsland komen identiek geklede Duitsers naar München om daar in een grote parade te marcheren, ze noemen dat een klederdracht optocht. Ook van Spanje en Italië kun je vergelijkbare militaire parades zien. In Nederland hebben we dat niet. Onze veteranendag in Nederland is absoluut geen nationaal gebeuren. Het haalt niet bij de poppy Sunday in Engeland. De grote Nationale Feestdag in Nederland is Koninginnedag. Op die dag schaft het volk alle lastige regels af. Geen controle op producten, geen vestigingseisen voor wie wil verkopen, geen minimumprijzen, geen klachtenregelingen of consumentenbescherming. Iedereen handelt waar het hem of haar uitkomt. Muziek maken op straat is aan geen enkele regel gebonden. En uniforme kleding wordt verafschuwd, het hele volk streeft naar een zo individueel mogelijke uitdossing, de meest originele wordt het meest bewonderd. Een dag zonder regels. Maar een samenleving kan niet echt zonder regels en dat wordt op die dag dan ook duidelijk. Een aantal jaren geleden kreeg een groot deel van het volk buikloop van bedorven hamburgers, ze hadden te lang in de zon gelegen. Sinds die tijd ligt de verkoop van zelfgemaakt voedsel aan banden, dat snappen we. Dit jaar werd de treinenloop verstoord doordat mensen aan de noodrem trokken. Dat trekken aan de noodrem kan alleen ongestraft op Koninginnedag. Maar iedereen weet direct dat je dat nooit meer moet doen en waarom niet. Iedereen snapt ook dat zo’n dag alleen kan slagen als je je agressie wat weet te beheersen. De peadagoog Langeveld heeft in de vorige eeuw eens gezegd dat straffen direct verband moeten houden met het gepleegde delict. Misschien moeten we dat ook van Koninginnedag leren. Het blijkt effectief. In de Middeleeuwen werd het carnaval als heilzaam gezien voor de geordende samenleving. Als je drie dagen lang de maatschappelijke verhoudingen omkeert en de regels afschaft, de grootste dwaas de baas laat spelen, dan snapt het volk de rest van het jaar waarom de bestaande orde zo nuttig is. Het gevaar is natuurlijk dat het ook zo werkt bij onze Koninginnedag, we halen de sprookjeskoningin van stal met een zwerm prinsen en prinsessen en schaffen verder alle regels af. Hoe nuttig blijkt het dan dat er ambtenaren zijn die schoonmaken en opruimen, dat er politie is die de orde handhaaft en veiligheid garandeert, dat er wetten zijn en een volksvertegenwoordiging die wetten maakt. Oranje is de kleur van anarchisme maar alleen om ons te leren hoe geordend een samenleving hoort te zijn.