Bas van der Bent commentaar

27 maart 2012

Wandelgids voor zinzoekers

Filed under: Geen categorie — basalk @ 13:09

Het internet is centraal komen te staan in het leven van alledag. Geen televisie of radio-uitzending, geen krant en folder, of er wordt wel naar het internet verwezen. Ook persoonlijke contacten tussen mensen over heel de wereld vindt in toenemende mate plaats via het internet. Zo komt het dat zelfs het nieuws tot ons komt via het internet. De profetie van de Franse theoloog Teilhard de Chardin uit de jaren 50 dat in de volgende fase van de evolutie de mensen op de wereld via de computer met elkaar verbonden zijn lijkt in onze dagen te gaan uitkomen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de twaalf wereldreligies in al hun verscheidenheid  hun plaats op het internet hebben ingenomen. Onze tijd kenmerkt zich ook door een steeds meer loslaten van vaststaande waarden en overtuigingen en mensen die op zoek gaan naar een nieuwe zin voor hun leven en hun handelen. Hoog tijd dus voor een gids voor mensen die op zoek gaan en die daarbij gebruik maken van hetgeen het internet hen biedt aan mogelijkheden, websites, blogs, webfora, sociale netwerken etc., de zinzoekers op het web. De Stichting Zinzoeken op het Web biedt zich daarbij aan als gids, niet een gids langs gebaande paden maar een gids in de discussie hoe in de woestenij van informatie en mogelijkheden de eigen paden te ontdekken. De Stichting organiseerde eerder al een zeer geslaagde conferentie over wat er al wel en wat er nog niet te vinden is op het gebied van zingeving, spiritualiteit en religie. Nu verschijnt een papieren boek dat ter hand genomen kan worden bij de eigen digitale zoektocht en die zoektocht ook enigszins zinvol kan maken. Het boek is geschreven door een groot aantal professionals van uiteenlopende disciplines. Er zijn wetenschappers bij maar ook uitvoerenden. Er zijn theologen, sociologen, communicatiedeskundigen zowel op wetenschappelijk als uitvoerend niveau en hobbyisten die van hun hobby hun bedrijf en broodwinning hebben gemaakt. Toch telt het boek maar 158 pagina’s. Het is een handboek geworden met een stevige theoretische ondergrond, zowel op theologisch en sociologisch gebied, evenals op het gebied van de communicatiewetenschap. Naast deze theoretische ondergrond kent het boek de beschrijving van een aantal concrete voorbeelden en praktische handreikingen om zelf op zoek te gaan naar voorbeelden van zingeving op het net en om een bijdrage in de zingeving te gaan bieden. Met hulp van dit boek zou je een goed onderbouwde beleidsnota kunnen opstellen en een profiel kunnen ontwerpen voor een website van een religieuze groepering, een gemeente of een groep die haar opvattingen en activiteiten wil delen. Een helder profiel is immers nodig om een website te bouwen en een beleid is nodig om de communicatie die ontstaat ook op gang te houden. Met name in de vrijzinnige delen van het Nederlands Protestantisme ontbreken nog veel digitale presenties die in andere delen van het religieuze leven wel aanwezig zijn. De aanwezigheid van vertegenwoordigers van niet christelijke levensovertuigingen naast vertegenwoordigers van Protestanten en rooms-katholieken laat zien dat iedere stroming en plaatselijke gemeente of gemeenschap zich een ruimte op het web moet toe-eigenen om de zinzoekers op het web het vinden mogelijk te maken. Wat dat betreft is het te hopen dat het boek een ruime verspreiding krijgt, het is een aanwinst en maakt voorlopig nieuwe gidsen overbodig.

 

Zinzoekers op het web – Over internet en geloofsbeleving.

Albert Benschop, Connie Menting- red.

Uitgeverij Skandalon

€ 14,50

ISBN 978-94-90708-42-9

 

 

Advertentie

2 maart 2012

The Passion in Rotterdam

Filed under: blog — basalk @ 11:54
Tags: , ,

Vorig jaar werd in Gouda een show opgevoerd die het lijdensverhaal van Jezus van Nazareth zou moeten verbeelden. Nergens was het bloed te zien, of het ruwhouten kruis waaraan hij was gehangen. Nee popsongs klonken er en door de straten van Gouda werd een reusachtig verlicht plastic kruis gesjouwd als amulet voor de welvarende samenleving die door het Christendom in Gouda zou zijn gebracht. Wie gewoon de verhalen in de Bijbel naleest, er staan minstens vier verschillende verhalen over het proces en kruisdood van Jezzus van Nazareth, kan lezen dat het spektakel in Gouda weinig tot niets te maken had met wat er ooit ovr het gebeuren in Jeruzalem werd verteld en opgeschreven. Dit jaar wordt de show in Rotterdam herhaald, met andere popartiesten en met meer publiek hoopt men dan. Dat is jammer. Want zeker in Rotterdam zou het lijdensverhaal en haar betekenis heel goed verbeeld kunnen worden. Een drager van het kruis met de doornenkroon die gevolgd wordt door een optocht van de slaven en onschuldige slachtoffers van onze dagen. Kinderen uit India geketend aan naaimachines om onze goedkope kleding te maken, Congolese slaven die de grondstoffen delven voor onze mobiele telefoons, Bulgaarse en Tsjechische meisjes die gedwongen worden te werken in onze seksindustrie, vreedzame protesterenden uit Holms die door hun eigen regering beschoten worden, gewetensgevangenen uit China en tal van andere landen. Wie op een middag gaat brainstormen met organisaties als Amnesty, Oxfam-Novib, Solidaridad en Fair Trade kan zo een optocht samenstellen van onschuldige slachtoffers van geweld en onderdrukking die mede onze welvarende samenleving in stand moeten houden. Het verhaal van de Bijbel is dat de kruisdood vaan Jezus van Nazareth die slachtoffers kan bevrijden. Ze zijn geen slachtoffer van natuurrampen of natuurwetten maar slachtoffer van ons verlangen naar brood en spelen, goedkoop brood en eindeloze spelen als de Passion. Hopelijk bekeren de organisatoren van de Passion zich nog op tijd en gaan ze het Bijbelverhaal naar onze tijd brengen in plaats van de zouteloze spelen waar het publiek om vraagt.

5 januari 2012

Missionair Twitteren in de Kerk

Filed under: Geen categorie — basalk @ 14:48
Tags: , , , ,
Al enige tijd zijn allerlei gemeenten bezig om na te denken over de vraag hoe mensen van buiten de kerk te betrekken bij de kerk en hoe mensen in de kerk het gevoel te geven dat de wekelijkse kerkdienst ook iets te maken heeft met het gewone leven van alle dag. Een manier die wordt uitgeprobeerd is gebruik maken van het internetprogramma Twitter. In zinnen van maximaal 140 tekens kunnen boodschappen worden uitgewisseld en als je een onderwerp met een zogenaamde hashtag merkt dan vormt zich een groep rond een bijeenkomst of evenement. Dat het succes kan hebben bewees de PKN gemeente de Bron in Alphen aan de Rijn. Zij slaagden er zelfs in fundamentalistische atheïsten uit de kring van de Telegraaf site Geen Stijl in hun kerk te krijgen en in gesprek te brengen met kerkgangers en sympatisanten van de PKN gemeente. De Bron was niet de eerste gemeente die het met Twitter probeerde. Verschillende gemeenten en groepen buiten de PKN probeerden het al eerder. Maar hun twittersessies bleven vaak zo intern en er werd gebruik gemaakt van een taal die alleen binnen de bijeenkomst begrepen werd, dat er geen reageren van buiten aan was. De Bron vierde de Twitterdienst op kerstmorgen en daarmee werd het begrip over wat er gaande was voor buitenstaanders al behoorlijk vergroot. Dit was een kerk, daar ging iemand voor, daar werd gezongen en gepreekt. Verder kwam het begrip niet helemaal. Kerkdiensten van de PKN komen nooit op de televisie, daarom wordt het begrip over een kerkdienst voornamelijk bepaald door het beeld van de wekelijkse uitzendingen van Rooms Katholieke misvieringen en soms van diensten van buiten de PKN staande sectes en kerken. Voor buitenstaanders zijn voorgangers daarom altijd mannen en worden ze vaak geassisteerd door jeugdige assistenten. Dat beeld staat haaks op de werkelijkheid van de PKN diensten waar voorgangers vrouwen en mannen kunnen zijn, binnen de PKN is het onderscheid tussen mannen en vrouwen immers verdwenen. Het experiment van de Bron leert daarom dat bekendheid met de praktijk van de wekelijkse kerkdiensten van de PKN vergroot dient te worden om een vruchtbaar gesprek op gang te brengen. Het zou goed zijn als de IKON weer eens wat PKN kerkdiensten, en kerkdiensten van de andere 7 kerkgenootschappen uit de IKON, zou uitzenden. Maar ook bij de opzet van de Twitterdienst zelf kan een verbetering worden aangebracht. Een voorganger kan niet voorgaan in een kerkdienst en over die kerkdienst twitteren. Daardoor blijven gebedsonderwerpen, lezingen en de kern van de prediking buiten het Twittergebeuren. Alleen uit reacties en vragen van bezoekers kan soms gedestilleerd worden wat er eigenlijk gebeurd. Een twitteraar die zich concentreerd op verslaggeving via Twitter van de Kerkdienst kan helpen een meer vruchtbare dialoog op gang te brengen met mensen die er niet bij zijn. De bijeenkomsten van de Social Sundaybeweging zijn daarvan een goed voorbeeld. Het gebruik van Social Media en met name Twitter staat nog in de kinderschoenen en allerwege wordt er gediscussieerd over het gebruik. Er zou op grond van de vele ervaeringen eens een protocol moeten worden ontwikkeld voor Twitterdiensten, maar ja, leken die zich hiermee intensief bezig houden worden nu eenmaal in de PKN niet serieus genomen, het is een domineeskerk en dat moet kennelijk zo blijven. Succes en missionaire wervingskracht van het gebruik van Twitter worden echter verzwakt door vast te houden aan de dominee als bedenker en spil van alles.

21 november 2011

Toespraak voor social sunday op 20 november 2011 in Winterswijk

Filed under: Geen categorie — basalk @ 17:22
Tags: , , , ,

Het nieuwe werken

De gouden regel in alle godsdiensten is dat je een ander niet moet aandoen wat jij niet wilt dat jou aangedaan wordt. Die regel klinkt zo eenvoudig maar inmiddels zijn er al een aantal dikke boeken over geschreven en tientallen discussies over gevoerd. Vanmiddag wil ik eens kijken hoe je die gouden regel kan toepassen op het nieuwe werken. Wat dat nieuwe werken is is niet helemaal duidelijk. Voor een deel lijkt het thuiswerken te zijn, soms ook buiten het kantoor of de fabriek op een plaats die voor de werkgever beter uitkomt en in elk geval is het nieuwe werken flexibeler qua inzet door de werkgever en qua inzetbaarheid voor de werknemer. Er wordt juichend over gesproken. Vanuit de milieubeweging klinkt gejuich omdat er minder woon werk verkeer is en dus minder energiegebruik en minder vervuiling. Moderne Liberalen juichen omdat het meer individuele vrijheid geeft, je kunt immers zelf je werktijden indelen en je kunt tijdens de huidige werktijden andere dingen doen als je tijdens de huidige vrije tijd maar werkt. Werkgevers juichen omdat ze minder hoeven investeren in dure kantoorgebouwen en werknemers langer en vaker doorwerken. Maar moet al dat gejuich over het nieuwe werken eenvoudige werknemers niet een beetje wantrouwend maken. Want het is mooi dat je je eigen werktijd zou kunnen indelen maar je moet toch ook bereikbaar zijn voor je baas en je collega’s? En als je dan moet aangeven wanneer je wel en niet bereikbaar bent voor je werk geef je dan ook niet een inzicht in je privé leven dat je eigenlijk helemaal niet wil geven? En roep je niet een controle over je af die je al helemaal niet wil? Er zijn al wel eens bedrijven betrapt op het controleren van de gezondheid van hun werknemers tot een graad die onwenselijk werd, de baas wist eerder dat een werkneemster zwanger was dan zij zelf. We weten dat we allemaal gemakkelijk oordelen over een ander, we weten ook dat oordelen over een ander verkeerd is, maar toch. Ik moet altijd denken aan die ochtend in militaire dienst toen ik met de dokter op stap was. Hij wilde ook nog even een patient thuis bezoeken en ik mocht mee. Toen we de straat in reden waar we moesten zijn zagen we een man zijn voortuin om staan te spitten. De dokter begon direct te vloeken, hoe haalde die man het in zijn hoofd. Wat denken we nu? Iemand die zich ten onrechte ziek had gemeld? Niet dus. De dokter stapte uit en vloekte de betrokken militair uit. Hoe hij het in zijn hoofd haalde met zijn levensbedreigende hartkwaal zwaar lichamelijk werk te gaan doen, hij zou ter plekke dood neer kunnen vallen. Het speelde zich meer dan 40 jaar geleden af en de medische wetenschap was nog lang niet zo ver als tegenwoordig, maar met oordelen ben ik sinds die tijd zeer voorzichtig. Maar ik ben daarin wel een uitzondering. Controle op ons priveleven, verantwoording afleggen over wat we doen is het eerste dat nodig is om het nieuwe werken mogelijk te maken. Het tweede is het verlies aan sociale contacten. We weten dat van vrouwen, vroeger bleven ze thuis als ze gingen trouwen en voor kinderen zorgen, maar dat bevredigde en stimuleerde niet, de uitdaging van een baan of beroep, contacten met anderen op een ander niveau als de kinderen of een vermoeide en ontspannende echtgenoot waren gewenst. Ook gepensioneerden en gehandicapten hebben vergelijkbare problemen. En dan zou het heil nu moeten komen van thuis werken achter een niet pratende laptop of pc? Accountantskantoor Deloitte en Touche in Alkmaar opende een aantal jaren geleden vol trots een nieuw kantoor waarbij men meedeelde dat men maar voor de helft van het personeel een werkplek had gerealiseerd. Het eigenlijke werk zou buiten de deur of thuis gedaan moeten worden en alleen voor afronding en overleg zou men nog naar het kantoor hoeven te komen. Daar waren de werkplekken op ingericht, je nam gewoon een die vrij was. Toen ik na een paar jaar informeerde hoe het ging met de flexibele werkplekken merkte de directeur verbaasd op dat de werknemers toch vaker kwamen als hij gedacht had. Ze bleken nogal veel behoefte te hebben aan onderling overleg, aan uitwisseling van ervaringen, aan steun bij het vinden van oplossingen, er hadden zich groepjes gevormd die elkaar op kantoor ontmoeten los van de afronding en het formele werkoverleg, de werkgever had het aantal werkplekken daarvoor moeten vergroten en ook de parkeerplaats was eigenlijk te klein gebleken.  Nu zijn er ook wel deeloplossingen. In Heerhugowaard staat een kantoor waar bedrijven uit de Randstad werkplekken kunnen huren om via dataverbindingen hun personeel dat in Noord Kennemerland woont daar te laten werken. Dat is dan beter dan naar Amsterdam of omgeving te laten reizen. Maar het personeelslid dat als enige van een bedrijf daar moest werken tussen collega’s van andere bedrijven meldde zich na verloop van tijd ziek, ze vond onvoldoende aansluiting en vereenzaamde. Een paar werknemers van een ander bedrijf kregen een conflict met hun werkgever omdat ze oplossingen hadden overgenomen van mensen van weer een ander bedrijf en daardoor de bedrijfsprocessen bij hun eigen bedrijf dreigden te verstoren. De milieuvoordelen, het flexibel werken, het zelf kunnen indelen van werktijden en werkzaamheden zijn dus niet vanzelf voordelen van het nieuwe werken als de werkgever er maar voor open zou staan en de werknemers het zouden aandurven. Werkgevers moeten leren hun werknemers als totale personen, met gezin, geschiedenis en toekomst, te zien, werknemers moeten leren de grenzen tussen werk en privé op nieuwe manieren te benoemen en te bewaken. En als beide dat kunnen dan kunnen ze samen de spelregels bepalen om samen op een nieuwe manier te gaan werken, maar vanzelf gaat het niet. Niemand van ons wil slaaf worden. We willen dus ook niet dat anderen slaaf worden. In de afgelopen ruim 100 jaar zijn we er aardig in geslaagd om ons leven als loonslaaf te scheiden van ons leven als vrij burger. Je moet je werk niet mee naar huis nemen is een gevleugeld woord geworden. De laatste groepen waarbij dat enigszins gelukt is zijn predikanten en huisartsen. Die hebben ook aparte regels nodig omdat hun werk vaak heel dicht bij hun huis ligt zo niet in hun huis plaatsvindt. Bij het nieuwe werken verplaatsen we werk van kantoor naar huis, we nemen dan dus juist het werk wel mee naar huis. Dat vraagt dus opnieuw goede afspraken om de scheiding tussen het leven als loonslaaf en het leven als vrije burger een kans te geven. Recent onderzoek naar de effecten van thuiswerken wees uit dat het merendeel van de mensen die thuiswerken inmiddels 60 uur per week of meer werken in plaats van de 36 uur waarvoor ze betaald worden. Zeven maal 24 uur staat de smartphone aan en zeven dagen per week word met vaste regelmaat de email geschequed om de wacht te houden. Ik zelf werk inmiddels niet meer. Een werkweek vol stress van 60 tot 80 uur in de week en een zware verslaving aan tabak eiste na 10 jaar zijn tol, mijn hart weigerde nog verder zich in te spannen. Een electrische hulpmotor houdt mij nu in leven en met behulp van veel rust kan ik het volhouden. Natuurlijk doe ik niet niks, mijn laptop thuis, mijn netbook bij de hand en mijn tablet in de hand maken dat ik kan lezen en studeren en dit soort verhalen schrijven. Maar ook daarin moet ik vaste uren van rust en activiteit hanteren. In het nieuwe werken kun je daar beter mee beginnen dan dat je er achteraf op een harde manier achter komt. En je moet zorgen voor zeer regelmatige contacten met mensen, een kerk kan daar bij helpen en zo’n aanloopcentrum als dit ook want een mens is nu eenmaal een kuddedier dat hoort in een volk waarin men alles voor elkaar over heeft, voor een mens betekent dat de hoogste vrijheid. In de Joods Christelijke traditie heeft die vrijheid van de slavernij al heel lang een heel concrete vorm. In de Joodse traditie is dat de Sabbath die in de Christelijke traditie is overgegaan in de Zondag. Dan werken we allemaal niet, allemaal omdat we duidelijk willen maken dat niemand slaaf van het werk behoort te zijn. Het is een uitwerking van de gulden regel waarmee ik ben begonnen. Als we elkaar geen slaaf van werk willen maken moeten we elkaar ook die ene dag in de week gunnen die we allemaal vrij zijn. In de Joodse traditie was nog een sterker ideaal. Daar was voorgeschreven dat 1 maal in de zeven jaar er een heel jaar niet gewerkt zou worden, het Sabbatsjaar. In de jaren 70 van de vorige eeuw hebben mensen geprobeerd dat ook in CAO’s opgenomen te krijgen, het recht om elke zeven jaar een extra verlof op te nemen. Het maatschappelijk antwoord was de invoering van het spaarloon. Dat spaarloon wordt nu opgeheven om de consumptie te bevorderen, want consumptie bevorderd werkgelegenheid en niet het vrij zijn maar het slaaf zijn van het werken is het huidige maatschappelijk ideaal. Alleen godsdiensten propageren nog het ideaal van de vrijheid, misschien dat daarom ook religies zo fanatiek worden bestreden.

4 oktober 2011

Hoe zit het met de collecte?

Filed under: blog — basalk @ 14:03
Tags: , , , , , ,

Wat is de theologische doordenking van de collecte en de plaats van de collecte in de protestantse eredienst? Dat was de vraag die ik stelde op de studiebijeenkomst op het Hydepark rond het boek van professor Gerrit Immink “Het Heilige Gebeurt”. Gerrit Immink is rector van de Protestantse Universiteit en hoogleraar systematische en praktische theologie. Het boek geeft de theoretische basis voor de hedendaagse praktijk van kerkdiensten zoals die in de Protestantse Kerk Nederland plaatsvinden. Tenminste dat zou de schrijver wel willen. Want er zijn eigenlijk geen twee kerkgebouwen met een PKN gemeente waar dezelfde dienst plaatsvindt. Gerrit Immink zelf komt uit de kring van de Gereformeerde Bond, de bevindelijke richting in de Nederlands Hervormde Kerk. In zijn wetenschappelijke arbeid is hij een deel van het specifieke taalgebruik van de Gereformeerde Bond kwijtgeraakt maar inhoudelijk speelt de innerlijke bevinding van het geraakt worden door de Geest van God een grote rol. Zijn fascinatie voor de Evangelische richting in de PKN kan daaruit ook gemakkelijk verklaard worden. Maar de PKN kent veel meer richtingen. Niet alleen de traditionele richtingen uit de Hervormde Kerk, de Gereformeerde Bond, de Confessionele Vereniging, de middenorthodoxie en de vrijzinnigen, maar ook de conservatief Gereformeerden en de vrijzinnig Gereformeerden zijn naast de Lutheranen toegetreden tot de  PKN. Vooral die vrijzinnig Gereformeerden hebben in de laatste decennia van de vorige eeuw binnen de Gereformeerde Kerk nogal voor wat onrust gezorgd met publicaties van Wiersinga, Kuiters, Den Heyer, Schuman en geestverwanten. Sporen daarvan zijn ook in de kerkdienst terug te vinden. Zo niet bij de theoretische beschouwing van Gerrit Immink. Hij had zich altijd al afgezet tegen 20ste eeuwse theologen als Barth en Miskotte. En de coreferent van de studiemiddag Marcel Barnard, hoogleraar liturgiek, kon wel verheugd vaststellen dat  Immink eindelijk Miskotte citeerde in zijn boek, Immink zelf merkte op dat het maar op een punt was, een ondergeschikt punt in het hele betoog. Miskotte had opgemerkt dat de preek in de Protestantse eredienst die functie van de eucharistie in de Rooms Katholieke kerk had overgenomen, daar vond de transformatie plaats van de mens in de gelovige. Dat had Immink aangesproken. De kritiek van Miskotte op predikanten die die transformatie zich toe-eigenden en zich gingen gedragen als hogepriesters had Immink overgeslagen. De kerkdienst is bij Immink van de dominees, de gemeente bestaat uit toevallige voorbijgangers. Dat Miskotte al in 1948 in zijn magistrale boek “Om het levende Woord” ook opmerkte dat de
prediking een maatschappelijke relevantie zou moeten hebben, was Immink al helemaal ontgaan of hij was er faliekant tegen. De maatschappelijke relevantie van de prediking in de Kerk ontbreekt namelijk geheel in het boek. En daar kwam de vraag naar de collecte dus vandaan want meer relevant als de collecte voor de armen, dichtbij en veraf, is er eigenlijk niet. Als de kerkdienst omschreven wordt als “Godsdienstoefening” wordt de godsdienst van
“Heb uw naaste lief als uzelf” toch zeker in de collecte geoefend door de gemeente. Maar de vraagstelling kwam ook voort uit een aantal irritaties over de presentaties op deze zeer boeiende studiemiddag. Het begon met de opmerking van Immink dat hij het boek van Klaas Hendrikse “Geloven in een God die niet bestaat” niet had gelezen en ook niet van plan was te gaan lezen. De neiging van Immink tot wereldmijding kon niet duidelijker tot uiting komen. Het boek van Hendrikse is immers niet geschreven voor gelovigen als Immink, maar is bedoeld voor atheïsten en geschreven als atheïst onder de atheïsten zoals Paulus sprak op de Areopagus als filosoof onder de filosofen. Het is een bedrage in een gesprek met bestrijders van de kerk waarover  Marcel Barnard op deze middag alleen kon klagen dat zijn
vrienden er niet meer heen gaan. Dat de gevestigde kerk niet meer met haar leden in gesprek is was tot nu toe een reden voor die leden om de kerk de rug toe te keren. Als de kerkdienst van 1 uur in de week niet meer relevant is voor al die andere uren die in de maatschappij worden doorgebracht dan heeft dat ene uur in de kerk ook niet meer
nut dan weer eens over kruis en opstanding te horen. En dat  die boodschap gehoord moet worden is het verlangen van Immink die kennelijk verlangt naar een samenleving waarin iedereen “Christelijk” is. Een samenleving die nooit heeft bestaan zelfs niet in tijden dat de “Kerk” een maximale  maatschappelijke invloed had maar waarheen conservatieven als Immink nog danig naar terug kunnen verlangen. Klaas Hendrikse lijkt in de kerk dan ook één van
de weinigen die vanuit de theologie een maatschappelijk relevantie discussie durft te voeren. Er zijn er gelukkig meer. Marcel Barnard gaf met een badinerende opmerking over ds.Abeltje Hogenkamp en Ds. Ranfar Kouwijzer uit Amsterdam een treffend voorbeeld. Vanwege hun serie “preek van de Leek” vergeleek hij hen met Victoria en David Beckham. Maar de stampvolle kerken waarin zingeving en ontwikkeling van de samenleving vanuit het werelds
perspectief werd beleefd zijn maatschappelijk relevantie bijdragen aan de heersende maatschappelijke discussie juist vanuit de kerk. Daar lopen de kerken dus niet leeg maar vol en daar zijn waarschijnlijk ook die vrienden van Marcel Barnard heen geweest die gewoonlijk niet meer naar de kerk gaan. De opmerking van Marcel Barnard dat de leeggelopen kerken het bewijs zijn dat het experiment van de missionaire gemeente is mislukt slaat dan ook nergens op. De missionaire gemeente is door het conservatief protestantisme, waar ook Immink een vertegenwoordiger van is, effectief de nek omgedraaid met als gevolg dat de kerken zijn leeggelopen. De kritiek dat de bijdrage van Immink aan de discussie over de kerkdienst wel heel erg binnenkerkelijk gebleven is, een kritiek die zachtjes in de zaal en harder in de wandelgangen werd geuit, sneed daarom wel degelijk hout. De vraag over de theologische fundering van de collecte bleef daarom onbeantwoord, het zou iets moeten worden met het offertorium uit de Rooms Katholieke mis mompelde Immink na enig aandringen van de gespreksleider. Een moeizaam antwoord voor een Calvinist die het offer in de Roomse mis en de werkgerechtigheid die er mee gepaard gaat zo stellig afwijst, en
terecht afwijst. De betekenis van het boek van Immink zal pas na enige tijd blijken. Voorlopig zet het aan het denken en het is te hopen dat het denken ook aanwijzingen zal opleveren voor een vergrote maatschappelijke relevantie van de protestantse eredienst.

25 september 2011

Angst voor de vrijheid

Filed under: blog — basalk @ 13:22
Tags: , , ,

Angst voor de vrijheid

 

In de Bijbel staat wel 48 keer de oproep om niet bang, niet bevreesd te zijn. Nu wil ik geen theologische verhandeling houden maar het is natuurlijk wel vreemd dat eeuwenlang het Christelijk geloof werd verkondigd als remedie tegen de angst voor de hel, voor een negatief oordeel over je menselijk handelen, angst voor de schuld die je zou opbouwen als nietig mens. Dat terwijl iemand als Paulus het herhaaldelijk heeft over de vrijheid die het geloof in Jezus van Nazareth zou brengen. Wat voor ons belangrijker is is de angst die ons in de huidige samenleving wordt aangepraat. Van angst voor hangjongeren in winkelcentra tot angst voor moslims die op vrijdag naar de moskee gaan. Waar komt die behoefte aan angst toch vandaan? De Duitse sociaal psycholoog Erich Fromm noemde het de angst voor de vrijheid. Mensen die niets te verliezen hebben zijn niet bang. Mensen die zich wel een verlies kunnen veroorloven zijn ook niet bang. Maar daartussen zit een grote massa die net wat heeft verworven aan goederen, onderwijs en status en voor wie het verlies daarvan een groot verlies zou kunnen betekenen. Die mens vindt zich vaak eigenlijk te zwak en onbeduidend om de bijkomende verantwoordelijkheden ook te dragen. De vrijheid die de mens krijgt, zo stelt Fromm, is aantrekkelijk maar tegelijk ook bedreigend. De keuzes die men in vrijheid moet maken leveren ook een risico op, men kan immers ook de verkeerde keuzes maken waardoor verlies van het verworvene optreed. De angst wordt dragelijker als de oorzaak van de angst buiten jezelf wordt gelegd. Niet ik ben verantwoordelijk voor de bedreiging, omdat ik nu eenmaal verkeerde keuzes kan maken, maar de anderen, vooral anderen die anders doen en denken als ikzelf. Conformisme is het eerste resultaat van de angst voor de vrijheid. We moeten hetzelfde denken, hetzelfde geloven en ons vooral hetzelfde kleden. Maar de angst voor het eigen onvermogen uit zich ook in een vlucht naar autoritisme. Iemand die schijnbaar eenvoudig de externe oorzaken van angst onder woorden weet te brengen en zich sterker daartegen weet te verzetten als het individu zelf  wordt aanbeden en gevolgd. Ook al ben je het niet op alle punten met de leider eens hij straalt zoveel beschermende kracht uit dat je hem toch maar volgt, zelf verantwoordelijkheid nemen is veel bedreigender. Het gevoel van onbeduidendheid en het sterke gevoel op te blijven gaan in een grote anonieme massa die door anderen bestuurd wordt kan ook leiden tot destructivisme, de neiging om alles maar kapot te maken. Bij de rellen in Engeland vroeg men zich af waarom ook schijnbaar gearriveerde en succesvolle jongeren zo enthousiast meededen aan vernielingen en plunderingen. Nu dat vernielen en plunderen geven je het gevoel absolute macht te hebben over de wereld waarin je leeft. Niemand kan meer tegen je op en er kan je niets gebeuren, je bent onaantastbaar. Dat gevoel van macht is een prima medicijn tegen de angst voor de vrijheid, de angst voor verkeerde keuzes en bedreigingen van buitenaf.

Volgens mijzelf moet je de angst voor de vrijheid zeer serieus nemen. De pedagoog Langeveld formuleerde het doel van de opvoeding eens als een brengen tot zelfverantwoordelijke zelfbepaling, zelf je eigen keuzes maken en daar zelf verantwoording voor nemen, worden wie je wilt zijn. In mijn werk als maatschappelijk werker heb ik heel vaak gemerkt dat niet de zelfbepaling leidend is in het gedrag maar dat wat anderen er van vinden, dat je dat af kunt wegen en eigen keuzes kan maken is eng. Misschien dat een beetje inzicht in de processen die leiden tot angst voor de vrijheid kunnen helpen, ook vandaag nog. Voor mij blijft Angst voor de vrijheid van Erich Fromm nog steeds een zeer inspirerend boek. Dat overigens veel meer biedt dan ik nu heb kunnen samenvatten.

29 mei 2011

Een avontuur met hulp

Dit verhaal is echt gebeurd. De hoofdpersoon woont in Alkmaar, ruim een half uur fietsen van de huisartsenpost. Ze is 34, gescheiden en heeft twee kinderen, 10 en 8. Op vrijdagavond had ze rond 6 uur haar hart uitgestort bij een hulpverlener. Die had haar aangehoord en naar huis laten gaan, veel anders had ze niet kunnen doen maar het liet de hulpvelener niet los. De hoofdpersoon had dringend medicijnen nodig en het duurde wel anderhalve week voordat die na een gesprek met een specialist verstrekt konden worden. Dat moest toch anders kunnen. De hulpverlener nam contact op met de crisisdienst van haar instelling.Die gaf haar gelijk en nam het besluit onze hoofdpersoon te helpen met advies, meer hadden ze niet maar het advies was zeer op z’n plaats. Ze belden haar rond 9 uur ’s avonds met het advies de huisartsenpost te bellen en te vragen om de medicijnen. Dat advies werd ter harte genomen en ze belde, rond half 10 had ze de post te pakken, Die hoorde het verhaal aan en beloofde dat ze binnen een uur gebeld zou worden door een arts Tegen 11 uur ’s avonds belde ze nog eens om te vragen waar het telefoontje bleef. Het was druk maar beloofd werd dat haar vraag als urgent aangemerkt zou worden. Om kwart over 11 belde ze nog eens en nu ging de telefoniste maar even naar de dokter toe. Die belde uiteindelijk tegen middernacht. De medicijnen kon ze krijgen als ze bereid was naar de noodapotheek te fietsen die naast de huisartsenpost was. Midden in de nacht, een half uur heen en een half uur terug, dat leek haar te veel, de avond wachten en steeds uitleggen wat er aan de hand was werd haar ook te veel. Ze had medicijnen om haar te helpen in slaap te komen. Dus…. de volgende morgen besloot ze eerst een opvang voor de kinderen te regelen. Dat lukte uiteindelijk bij haar ex, de vader van de kinderen, die bereid bleek de hele middag op de kinderen te passen. Hij kwam ze om twee uur halen waarop opnieuw de huisartsenpost werd gebeld. En jawel, om kwart over twee werd beloofd dat ze binnen een uur zou worden teruggebeld. Om drie uur werd er inderdaad gebeld en de arts verklaarde zich bereid de medicijnen voor te schrijven, ze moest maar even langs komen. Rond half vier was ze bij de huisartsenpost. Het was druk dus moest ze maar even wachten. Toen ze eindelijk de arts sprak wilde deze toch eerst even overleg met een specialist, dus moest ze even wachten. Rond vijf uur kreeg ze een recept en kon ze naar de noodapotheek. Daar bleek……dat de medicijnen er niet waren, maar ze zouden rond bellen. Na een half uur kreeg ze de mededeling dat de medicijnen uit Heiloo gebracht zouden worden, maar dat kon wel een uurtje duren. Dus eerst maar naar huis om met de kinderen te eten, de buurvrouw uit te nodigen op de koffie voor de oppas en toen weer terug. Het was 9 uur ’s avonds, 24 uur na het telefonisch advies om vanwege de grote urgentie de huisarts te bellen, dat de medicijnen er eindelijk waren.

14 mei 2011

Naar een digikerk

Filed under: Geen categorie — basalk @ 09:44

“Op bergen en in dalen, ja overal is God” was een oud zondagschoolliedje dat we het liefst zongen als het mooi weer was. Je kon God tegenkomen in al het moois dat de wereld ons kon bieden. In de loop van de jaren is de kerk wat teruggekomen van de natuurlyriek. God is te vinden in zijn openbaring en niet in zijn schepping, God gaat met mensen mee en is daarin ook te vinden. Dat je God niet overal altijd zomaar kunt ontmoeten maakt de kerk ook wat huiverig. Toch is God voor alle mensen te vinden zoals God zich laat vinden. God is dus ook te vinden op het internet. Wie op God googled komt op een onafzienbare rij sites waar geen lijn te ontdekken valt. Een kerk die daar wat ordening in probeert te brengen en aangeeft wat er nog wel en wat er niet meer bij hoort is dan te prijzen. Nu is dat niet gemakkelijk want een kerk is niet een verzameling stenen met een orgel en een aantal rijen banken maar een kerk is een organische gemeenschap van mensen. Je kunt een kerk vergelijken met een lichaam waarin alle leden een eigen functie hebben en dus ook een eigen benadering en verzorging hebben. Een kerk die zich op het internet wil presenteren zal aan die grote verscheidenheid aandacht moeten besteden. Daarbij komt dat een kerk graag de mensen aanspreekt in hun eigen taal. Omdat de kerk dat vaak vergeten is en bleef praten in een oude en voor velen onverstaanbare taal zijn er veel mensen de kerk uitgelopen. Bij het opnieuw leren speken in de taal van ongelovige mensen kan het internet helpen en aan de andere kant kan het internet mensen helpen de boodschap van de kerk te horen in hun eigen taal. Naast alle plaatselijke gemeenschappen is er dus ook behoefte aan de digikerk, een kerkgemeenschap op internet, waar overigens ook die plaatselijke gemeenschappen te horen, te zien en te ontmoeten zijn omdat zij een wezenlijk en onmisbaar deel van die kerk uitmaken. In de kerk gaat het om de ontmoeting tussen mensen, zij houden van hun naasten als van henzelf, in een kerk helpen mensen elkaar bij problemen.Wij worden daaraan weer herinnerd als bij een ernstig drama kerken hun deuren openzetten om mensen de gelegenheid te geven hun ervaringen te verwerken en weer tot zichzelf te komen. Ook die elementen zul je in een digikerk tegen komen. Net als condoleance registers, praathoeken, kunst, humor en discussie, zo fel soms dat het bijna ruzie lijkt. Maar mensen respecteren elkaar of worden er geleerd de ander te respecteren. In de Protestantse Kerk Nederland worden vele talen gesproken,, vele dialecten ook van de calvinistische en lutherse geloofstaal. Verwacht van de digitale PKN kerk dus geen eenheidsworst. Verwacht van een digiPKN ook geen theologenkerk. Een protestantse kerk rust op gemeenten, op kerkenraden, op leken dus, op gelovigen, God is al lang te ontmoeten op het internet, tijd voor de kerk om er een gemeenschap te vestigen die getuigd van die God.

1 oktober 2010

Een wereldprimeur

De huidige tijd van het post modernisme wordt wel beschreven als een tijd van versplintring. Na de verzuiling van het modernisme is, via de flower power met solidariteit en democratisering en het daarop volgende ik tijdperk met de yuppen het postmodernisme met de versplintering echt doorgebroken. Iedereen bepaalt zijn of haar eigen geloof, stelt zelf een eigen krant samen met behulp van internet, stelt uit een groot aanbod aan TV programma’s en filmpjes een eigen TV aanbod samen en kan vaak als ZZP’er voor een groot aantal opdrachtgevers van huis uit werken. De moderne mens is op zichzelf teruggeworpen en een direct steunende en corrigerende omgeving ontbreekt. Die lijkt ook niet meer nodig. Taboes zijn doorbroken, informatie is voorhanden en de mens is verstandig en mondig genoeg om zelf beslissingen te nemen. Toch is er ook in de moderne tijd behoefte aan contact met gelijkgestemden. De oudste sociale netwerken zoals Smulweb kenden al hun contactdagen. De behoefte aan lotgenotencontact wordt door verschillende patientenverenigen zelfs vormgegeven via en met behulp van internet. Ook de ZZP’ers kennen hun seats2meet waar werken met behulp van internet gecombineerd kan worden met samenwerking met andere ZZP’ers die aanvullende kennus en ervaring hebben. Het sociale netwerk Twitter combineert een aantal van die functies. Er is een overvloed aan nieuws voorhanden waaruit je kunt kiezen. Je kunt je eigen nieuws kwijt en je kunt in contact komen met lotgenoten en gelijkgestemden, zelfs stadgenoten ontmoeten elkaar met behulp van Twitter. Twitter is daarmee bij uitstek een programma dat tegemoet komt aan de behoeftebevrediging van de moderne mens. Die moderne mens leeft niet zonder levensovertuiging. Dus is het ook niet zo vreemd dat mensen elkaar vinden op grond van hun behoefte aan inspiratie en het delen van een levensovertuiging. In de bijeenkomsten van SocialSundayNL wordt de werking van sociale netwerken op inspiratie in brede zin onderzocht. Mensen komen bijeen en vanuit die bijeenkomsten wordt ook via Twitter een sociaal netwerk opgebouwd dat inbreekt in en kennis neemt van de bijeenkomst. Maar inspiratie is nog geen levensbeschouwing of godsdienst. Dat is duidelijk een stap verder. En dat ook dat op de postmoderne manier kan werd bewezen in de eerste #Twitterdienst. De versplintering werd niet opgeheven. Iedere deelnemer nam een eigen overtuiging of godsdienst mee die konden worden gedeeld zonder vermengd te worden, van sycretisme was geen sprake. Verbindende factor was de stelling van Karen Amstrong dat in elke religie en levensbeschouwing de gulden regel van de compassie is terug te vinden. Op dat thema vonden mensen elkaar in een kennismaking van elkaars compassiepraktijk en de vraag hoe ook internet daarbij een rol speelt. Bijzonder was dat ook in deze bijeenkomst via Twitter kon worden ingebroken in de bijeenkomst en de bijeenkomst met buitenstaanders werd gedeeld. De Amsterdamse #Twitterdienst van 26 september 2010 was de eerste. Het thema bleek zich uitstekend te lenen voor een dergelijk bijeenkomst van individuen. De belangstelling van de media was groot, berichten verschenen uiteindelijk tot in Chili en Japan. Twitter speelde een grote rol. Een print van alle tweeds over #twitterdienst besloeg 140 wordpagina’s. Communicatie op afstand tussen mensen die verder gaat dan een brief staat nog aan het begin. Tussen enkele mensen is al veel mogelijk, tussen een gezelschap van 10 tallen, laat staan honderden, is technisch nog moeilijk, maar er kan veel is gebleken. Aan de VU wordt de invloed van netwerken op religieus beleven onderzocht en worden de mogelijkheden in kaart gebracht. Het is te hopen dat de ervaringen van #twitterdienst bijdragen aan de resultaten van het onderzoek en dat nieuwe vormen hun plaats vinden in de wereldgemeenschap. In #Twitterdienst was er geen voorganger die de inhoud bepaalde, het Charter voor Compassie staat op internet en werd samen gelezen. Er werd een boek besproken, de Catechismus van de Compassie, maar het delen van eigen ervaringen en praktijk vormde de hoofdmoot. Veel aanwezigen vonden het voor herhaling vatbaar en mensen die het via internet volgden maakten plannen voor een #twitterdienst in eigen omgeving. Uiteindelijk bevordert intermenselijk contact de vrede en dat bevorderen was een aspect van compassie. 

2 augustus 2010

FESTUS: EEN ALLEGAARTJE VOOR PROTESTANTEN.

Filed under: blog — basalk @ 11:01

Binnen de Protestantse Kerk Nederland leefde het gevoel dat men de laatste jaren wel erg naar binnen heeft gekeken. De fusie tussen drie gevestigde kerkgenootschappen koste veel energie en over en weer moesten er voortdurend misverstanden uit de weg geruimd worden en over tal van onderwerpen gemeenschappelijke uitgangspunten worden geformuleerd. Dat ging ten koste van de blik naar buiten. Het bezinningscentrum van de PKN probeert nu samen met de Stichting Kerk en Wereld verandering in te brengen. Met het tijdschrift Festus wil men een bijdrage leveren aan de publieke debat. En het eerste nummer gaat gelijk al over een actueel maatschappelijk thema: Geluk. In 13 artikelen, 5 gedichten en een beeldessay wordt het thema belicht. Pas aan het einde van het tijdschrift komt ook nog de Bijbel aan het woord met een vertaling van Mattheüs 5:3-10, het hoofdstuk van wat we vroeger de Zaligsprekingen noemden maar waar nu mensen gelukkig geprezen worden. De artikelen komen overal vandaan, van binnen en van buiten de kerk en van allerlei stromingen binnen de PKN. Welke bijdrage nu waarom aan welke maatschappelijke discussie wordt geleverd is niet echt duidelijk. Het belgeidende redactionrele commentaar heeft dan ook terecht de titel Kortsluiting gekregen. Wie kennis wil nemen van een aantal opvattingen over Geluk die in protestantse kring soms relevant gevonden worden kan zeker met plezier dit tijdschrift lezen. Maar voor een serieuze bijdrage aan een maatschappelijk debat is het te hopen dat de PKN komt met bijdragen die meer hout snijden.
Het blad is te bestellen bij het Boekencentrum.

« Vorige paginaVolgende pagina »

Blog op WordPress.com.